Jaszakken vol geluk

Ik ben echt enorm slecht in loslaten. Zo, laat ik maar gelijk met de deur in huis vallen. Soms lijkt het alsof mijn hoofd alles wat ik bedenk wil bewaren, alsof er in elke gedachte een verborgen schat zit. Ik zou mezelf dan ook wel ‘een verzamelaar van nutteloze gedachten’ kunnen noemen. Echter, ik verzamel meer dan nutteloze gedachten. Ik verzamel (kennelijk) ook nutteloze objecten, zonder dat ik er te veel over nadenk. Dat klinkt misschien nu wat gek, maar, neem mijn jaszakken. Ze zijn gevuld met dingen die je misschien liever weg zou gooien, of in de eerste plaats al niet in je jaszak zou stoppen.


Nou goed, ik deed laatst mijn jas in de wasmachine, maar voor hij de wasmachine in kon, moest ik dus die jaszakken leeggrabbelen. Ja, je leest het goed: ‘grabbelen’, want wat ik in die jaszakken vond, was als cadeautjes uit de grabbelton (zo eentje met Koningsdag) grabbelen. Kleine, ogenschijnlijk niet zo waardevolle dingen, maar waar je wel heel blij mee bent. Ik vond: meerdere bonnetjes, een gelukspoppetje, een steentje, een klein verfrommeld briefje met daarop: ‘ik vin jou lief’ (ja, zonder de ‘d’), een pleister, ‘voor het geval dat’, een OV-ticket uit Berlijn en een sleutel van thuis thuis.


De objecten in die jaszakken zijn dus ogenschijnlijk nutteloze objecten. Want met de meeste objecten kan je vrij weinig, de sleutel daargelaten, die is toch echt heel nuttig. Maar de andere objecten? Niet heel nuttig. Echter, betekent dat niet dat ze ook waardeloos zijn. Die gekke objecten vertellen namelijk een hele hoop over mij. En aangezien dit mijn eerste artikel is, lijkt het me leuk om aan de hand van die objecten wat te vertellen over mijzelf.


Laten we de objecten even afgaan: als eerste de bonnetjes, één van de bonnetjes was extra leuk, omdat er de naam van een goede vriendin op staat. Zij was de verkoper, en ze moest en zou me een bonnetje meegeven: “Dat is echt heel leuk Jint, want mijn naam staat erop! Je moet het bonnetje inlijsten en ophangen.” Dat tweede zei ze gelukkig spottend, het bonnetje is namelijk nooit mijn jas uitgekomen. De andere bonnetjes waren vooral een extra confrontatie met het feit dat de boodschappen heel erg duur zijn geworden. Ze vertellen misschien niet heel veel over mij, maar wel wat over de tijd waarin ik leef. Alhoewel, op de meeste bonnetjes van de supermarkt was wel ‘Falafel’ te lezen. Ik ben gek op falafel, zie je, zeggen die gekke papiertjes toch nog wat over mij.


En dan, het gelukspoppetje, al zou je hem misschien niet gelijk herkennen als zodanig. Het poppetje heeft geen gezichtje meer, alleen de ronde vorm van het hoofd, en het rode touwtje doet denken aan wat hij ooit was. Dat dit poppetje geen gezicht meer heeft, is niet zo gek. Ik kreeg dit poppetje in 2017 (!), en dus is hij ruim zes jaar oud. Zes jaar geleden kreeg ik het poppetje van iemand omdat mijn moeder toen ziek was. Het was bedoeld als klein gebaar van medeleven, en dat maakte hem misschien juist wel zo belangrijk. Omdat kleine dingen fijn zijn om aan vast te houden, als alles om je heen te groot en overweldigend is. 


Mijn moeder is inmiddels al een hele tijd weer beter. En het poppetje heeft dan ook geen gezicht meer nodig om me van geluk te voorzien. Hij heeft van die zes jaar altijd aan mijn etui gehangen, maar die etui viel van ellende uit elkaar, dus die is inmiddels weg (ik had verrassend weinig moeite met het weggooien van die oude etui, haha!). Het poppetje moest blijven, en zonder al te veel nadenken verdween hij in mijn jaszak. Mocht je je afvragen waar het poppetje zich nu bevindt? Hij zit veilig aan mijn nieuwe etui.


Verder vond ik een steentje, deze komt uit Noord-Italië, ooit meegenomen in mijn broekzak, maar hij is geëindigd in mijn jaszak. Vraag me niet hoe, want ook ik vind dat enigszins vreemd. Hoe ik weet dat ie uit Italië komt? Omdat ik er wel een fotootje van heb, nou goed, Italië dus. Ik was er afgelopen zomer voor het derde jaar op rij, en ik vind het er heerlijk. Om te beginnen: het zonnige weer, de mooie kleurrijke gebouwen die extra tot hun recht komen in het zonlicht, het geweldig goede eten, de afwisseling van stad en natuur. En het fijne gezelschap, mijn ouders, vormen het recept voor heel veel fijne herinneringen.


En laten we doorgaan met het verfrommelde briefje met daarop: ‘Ik vin jou lief’. Het is zo’n super simpel maar leuk cadeautje. Ik kreeg het briefje van een kindje dat ik soms bijles geef. Zij vindt dat niet altijd even leuk, ik geef haar groot gelijk, want ik zou ook na school liever iets anders doen dan ‘stomme rekensommen’ maken. Echter, is het niet altijd feest in de vorm van slingers ophangen en doen wat je wilt. Dus de wekelijkse bijlessen zijn voor haar en voor mij een gegeven. Een tijdje geleden zei ze, toen ik nog in de deuropening stond: “Ik heb geen zin in rekenen, zullen we iets gaan bakken?” Ik vond bakken eigenlijk wel een goed idee. Dat zag zij niet helemaal aankomen, maar we besloten om zelf pannenkoeken te gaan bakken. Voor het hele proces van pannenkoeken bakken is namelijk enig rekenwerk nodig. Daarnaast kan je met pannenkoeken genoeg deelsommen maken, dus eindstand: ze heeft meer gerekend dan ooit tevoren, en ze vond het leuk. Dat was dus een dikke win-win situatie. Na ons ‘pannenkoekenfeest’ (zoals ze het zelf noemde), kreeg ik dus dat briefje in mijn handen gedrukt. En ik bewaarde hem, want hij was -en is- te leuk. Oh, en die missende ‘d’ op het einde van ‘vin’, ik vrees dat we binnenkort letterkoekjes moeten gaan bakken.


En door naar het volgende ding: de pleister, deze zat nog niet zo lang in mijn jaszak, ik had hem erin gestopt omdat ik nieuwe schoenen heb gekocht. En ik krijg bijna altijd blaren van nieuwe schoenen, ja, lekker verhaal dit. Dus, pleister mee, want ik haat blaren (wie niet?). Voor de oplettende lezer, die zich nu afvraagt: ‘Maar als jij altijd blaren krijgt, waarom had je die pleister nog in je jaszak zitten?’ Dat is een goed punt, ik had er dus twee mee, en ik heb er (gelukkig maar) eentje hoeven gebruiken. Het feit dat ik er twee meenam, dat zegt wel wat over mij, ik ben namelijk vaak bang om iets te verliezen of te vergeten, dus neem ik van sommige dingen twee stuks mee. Dat klinkt misschien een beetje freaky, maar het is echt handig, want zo kan ik soms ook andere mensen eventjes helpen. En mensen helpen vind ik vaak wel fijn, al is het maar met iets kleins. Ik vind het fijn om iets te kunnen betekenen voor een ander. Ja, zelfs als dat betekent: een pleister geven.


Het OV-ticket van Berlijn was ook een recentere aanwinst voor de collectie ‘nutteloze spullen’, al was het ticket tijdelijk wel heel erg nuttig. Dat ticket bracht me in Berlijn op alle belangrijke plekken: van de Brandenburger Tor tot aan de Gedächtniskirche. Echter, vervalt de waarde van zo’n ticket, ik zou er immers nu niet meer mee kunnen reizen. Toch is het zo’n typisch souvenir van een reis. En het was een fijne trip, we hebben heel veel gezien, en dat mede door het OV ticket. Hij was dus wel van grote waarde tijdens de reis. En daarmee verdient het ticket een plaatsje in mijn herinnering.


En tot slot, de sleutel van thuis thuis, deze is verre van nutteloos, of waardeloos. Het is voor mij een belangrijke sleutel, omdat het heerlijk is om die sleutel in het slot te draaien. Alsof ik met die sleutel altijd een soort mini vakantie open. De momenten die ik ‘thuis thuis’ spendeer, zijn schaars, net als vakanties, en ze zijn heel fijn om even bij te komen. Daarnaast is het fijn om mijn ouders te zien en om samen aan tafel een maaltijd te eten, of om ‘s avonds op de bank te ploffen voor een film. Die sleutel en die momenten nam ik vroeger veel meer als vanzelfsprekend aan, het was nou eenmaal altijd zo. Maar nu, nu ik niet meer elke dag die sleutel in het slot draai, zijn alle keren dat ik dat wel doe, extra speciaal. En daarmee is ook deze sleutel een beetje waardevoller geworden. Dat wil overigens niet zeggen dat ik niet geniet van op kamers wonen, ik vind het een hele bijzondere ervaring. En elke dag die ik hier in Utrecht spendeer, vind ik ook hier meer mijn draai.


En jeetje, als je nu nog leest, na het lezen van deze hele berg aan enigszins nutteloze info, dankjewel! Fijn dat je even mee wilde lezen. Misschien denk je nu wel: jemig wat een sentimentele verzamelaar ben jij. En weet je, je hebt gelijk. Ook al liggen de bonnetjes inmiddels in de prullenbak, evenals het steentje en het OV-ticket. Alleen de sleutel vond zijn weg terug naar mijn jaszak. 


Het is soms moeilijk om dingen weg te gooien. Maar ik vertel mezelf dan maar: het zijn niet de voorwerpen die het geluk brengen, dat zijn de herinneringen die sowieso al zijn opgeslagen in mijn hoofd. Kijk, is er toch nog een voordeel van niet goed kunnen loslaten!

Loslaten, daar ben ik dus slecht in, maar ik denk dat het legen van mijn jaszakken een goed begin was. Dus, leeg af en toe je jaszakken en kijk wat je allemaal meedraagt. Misschien vind je wel zakken vol geluk.

Heb je naar aanleiding van dit artikel een vraag of een opmerking?

Dan mag je altijd een berichtje via Instagram DM sturen. Liefs, Jinte

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op www.klassepost.nl